fbpx

Centraal Aansluitingen Register (C-AR)

Om de vrije marktwerking in de energiemarkt te bevorderen is in opdracht van de netbeheerders door Energie Data Services Nederland (EDSN) een centraal aansluiting register aangelegd. Dit register wordt Centraal Aansluitingen Register (C-AR) genoemd en bevat de administratieve en fysieke gegevens van alle elektriciteits- en gasaansluitingen.

Het aansluiting register had per 1-juli 2010 operationeel moeten zijn. Door o.a. de val van het kabinet Balkenende IV in februari 2010 liep de planning echter vertraging op. Doordat het kabinet demissionair was werd de besluitvorming over de benodigde wetgeving met ca. een jaar vertraagd. Vanaf 26 september 2011 heeft Liander uiteindelijk als eerste netbeheerder het systeem in gebruik genomen. De overige netbeheerders volgden, en vanaf januari 2013 is het systeem volledig operationeel. Het C-AR bevat de gegevens van ruim 15 miljoen elektriciteit- en gas aansluitingen.

Een belangrijke doelstelling van het C-AR is de verantwoordelijkheid voor de gegevens te leggen waar deze hoort. De energie leverancier is verantwoordelijk voor de administratieve gegevens zodat op de juiste manier kan worden afgerekend. De netbeheerder is verantwoordelijk voor de fysieke gegevens van de aansluiting. Door deze scheiding van verantwoordelijkheden tussen leverancier en netbeheerder zullen minder fouten optreden en de fouten die nog optreden zullen eenvoudiger te herstellen zijn. C-AR is het hart van het Nieuwe Markt Model (NMM).

Verbeteringen t.o.v. de oude situatie

Voor de invoering van C-AR hielden de regionale netbeheerders lokaal in hun eigen systemen de gegevens bij van alle gas- en elektriciteit aansluitingen in hun verzorgingsgebied. In het C-AR worden de specifieke gegevens van elke aansluiting (zowel groot- als kleinverbruik) centraal bijgehouden in een database die wordt beheerd door EDSN. De netbeheerders hebben deze database initieel gevuld en houden deze samen met de leveranciers actueel.

Leveranciers kunnen sommige eigenschappen zelf zonder tussenkomst van de netbeheerder aanpassen. Het gaat dan om administratieve eigenschappen die van invloed zijn op de manier van afrekenen. De belangrijkste van deze eigenschappen zijn het wel of niet hebben van een verblijfsfunctie en de tenaamstelling. De netbeheerder heeft met de invoering van het NMM geen rechtstreeks contact meer met de consument. Het ligt daarom voor de hand dat de leverancier nu verantwoordelijk is voor deze gegevens. Het bijhouden en opvragen van de gegevens door leveranciers is alleen toegestaan voor aansluitingen die ze ook daadwerkelijk op dat moment beleveren. In C-AR zelf wordt bij elke opvraging gecontroleerd of dit het geval is.

In het C-AR kan op elke dag slechts 1 leverancier per aansluiting actief zijn. Conflicten over welke leverancier wanneer een aansluiting heeft beleverd behoren daarmee tot het verleden. De situatie zoals die in C-AR is vastgelegd zal bij conflicten gelden als enige waarheid.

Door de gecentraliseerde locatie van de data wordt het elektronische berichten verkeer tussen de verschillende partijen sterk vereenvoudigd. Als resultaat daarvan wordt bespaard op de administratieve kosten.

Wie is verantwoordelijk voor de gegevens in C-AR?

De gegevens die worden bijgehouden in C-AR zijn de fysieke- en de administratieve- eigenschappen van een aansluiting. Onder de fysieke eigenschappen vallen zaken als de aansluitwaarde en indicatie of een aansluiting is afgesloten. Ook informatie over het soort meter en details daarvan. Dit zijn dus de echt tastbare zaken waarvoor de netbeheerder verantwoordelijk is. Deze eigenschappen worden dan ook bijgehouden door de netbeheerder.

De administratieve eigenschappen zijn o.a. welke leverancier, PV/Shipper en meetverantwoordelijke betrokken zijn bij de aansluiting. Deze gegevens worden automatisch afgeleid uit de elektronische berichten die via EDSN lopen. Het gaat dan met name om de berichten die worden gebruikt bij het overstappen (switch) en verhuizen van aansluitingen. Als een leverancier een aansluiting overneemt van een andere leverancier (switch) dan wordt daarvoor een switch verzoek ingediend. In dit verzoek wordt o.a. vermeld wanneer de overstap moet plaatsvinden. Daarbij wordt ook aangegeven welke PV of shipper de nieuwe leverancier heeft aangesteld voor de aansluiting. Als de overstap succesvol is worden deze gegevens overgenomen in C-AR.

Bij de administratieve eigenschappen horen ook parameters die nodig zijn voor het op de juiste manier factureren. Daarbij gaat het om zaken als verblijfsfunctie (voor bepaling of, en zo ja hoeveel, heffingskorting moet worden verrekend) en Capaciteitstariefcode (voor bepaling van het dagtarief voor de netkosten). Deze eigenschappen worden door de leveranciers actueel gehouden.